The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Swami Krishnananda

Uit het Engels vertaald door Hans Nijs.

Uit licht van Sivanada : oktober 2005   Vol. 471

 

Swami Krishnananda hield dagelijks bijeenkomsten met een verscheidenheid aan bezoekers van de Sivananda Aashram te Rishikesh in India. In een eenvoudige sfeer boden deze bijeenkomsten vele mensen de gelegenheid om hun verlangens, hun vragen, hun onderzoekingen en moeilijkheden onder woorden te brengen. De onderwerpen bestrijken een breed terrein van het menselijke leven. De bijeenkomsten werden op band opgenomen, naderhand uitgeschreven en gepubliceerd. Onderstaand stukje is ontleend aan het boek Your Questions Answered en kreeg de titel De Zintuigen: Twee Soorten Offers mee.

Swamiji: Sharmaji, in het vierde hoofdstuk van de Bhagavad Gietaa, zegt Bhagavaan Shrie Krishna dat er verschillende offers zijn. Er zijn er die offeren beoefenen door de zintuiglijke voorwerpen in hun zintuigen te offeren. Er zijn anderen die offers verrichten door hun zintuigen in de zintuiglijke voorwerpen te offeren. Er zijn dus twee soorten offers. Wat betekent dat? Ze lijken tegengesteld, als twee tegenstrijdige dingen. In het ene geval offer je de zintuiglijke voorwerpen in de zintuigen, in het andere geval offer je de zintuigen in de zintuiglijke voorwerpen. Wat betekent dat?

Sharmaji: Is dat niet hetzelfde, Swamiji ?

Swamiji: Je offert de zintuigen in de zintuiglijke voorwerpen en je offert de zintuiglijke voorwerpen in de zintuigen. Hoe kun je zeggen dat dit hetzelfde is ? Het zijn twee verschillende dingen. Maar wat is de betekenis ? Beide worden als offers gezien, alhoewel ze tegengesteld zijn.

BhG, IV 26: Sommigen offeren als offergave het gehoor en de andere zintuigen in de vuren van beheersing; anderen offeren geluid en andere zintuiglijke voorwerpen in het vuur van de zinnen.

Dit is de shloka. Sommige mensen verrichten offers in de vorm van beteugeling van de zintuigen in het contact met de zintuiglijke voorwerpen. Dat is de betekenis. Sommige mensen offeren hun zintuigen in het vuur van de zintuiglijke voorwerpen. Ze zeggen: "Om svaahaa", en zij gieten hun geklaarde boter in het vuur. Op die manier worden de zintuigen in de zintuiglijke voorwerpen geofferd. Hoe doe je dat? Als je de zintuigen in de zintuiglijke voorwerpen offert, wordt het een genoegen. Dat kan geen offer worden genoemd. Iedereen offert de zintuigen in de zintuiglijke voorwerpen; daar hoeft hier niets te worden aan toegevoegd. Maar toch kan het een offer zijn.

Sharmaji: Dan zijn dit twee tegengestelde dingen.

Swamiji: Het is nodig dit te begrijpen. De Gietaa is niet zomaar een leesboek en je kunt je het ook niet voorstellen dat je het hebt begrepen. Het is een erg diep geheim, het geheim van de werking van het heelal zelf. Dat wordt hier vermeld. Het is niet bedoeld voor jou of voor mij of voor een bepaald persoon. Het is een toespraak van het Universele Wezen tot de gehele schepping, het is God die tot het heelal spreekt. Het zijn niet Arjoena of Krishna; zij zijn vertegenwoordigers van het heelal.

De zintuiglijke voorwerpen zijn vijanden als ze als iets verschillends van onszelf worden beschouwd. Alleen in die staat lopen mensen het zintuiglijke voorwerp achterna. Je loopt nooit achter een zintuiglijk voorwerp aan, tenzij je het ziet als iets dat helemaal buiten je is. Als het niet iets uitwendigs is, loop je het niet achterna. Je loopt niet achter je eigen neus aan of je eigen oor, maar je loopt achter de neus van iemand anders aan, omdat die buiten je is.

De relatie van het zintuiglijk voorwerp met jou moet op de juiste manier worden begrepen. Wat is je relatie met een voorwerp? Is het buiten jou of niet buiten jou? Iemand die je op straat ziet lopen terwijl je je avondwandeling maakt, is geheel buiten jou. Maar als je met je eigen broer een wandeling maakt, is hij niet volledig buiten jou, hoewel voor het gewone beeld beiden enkel buitenstaand zijn. De broer die met je op de weg loopt en de pelgrim die op de weg loopt, wat is het verschil tussen beiden? Ze zijn beiden buitenstaand en toch is je broer niet geheel buiten jou. Waarom?

Sharmaji: Hij is mentaal met ons verbonden en de andere persoon niet.

Swamiji: Ja. Dit is de manier waarop je de zintuiglijke voorwerpen ook moet begrijpen. Je loopt ze achterna, je wil ze achterna zitten, want je zit niet iets achterna dat met je is of dat binnen je mogelijkheden ligt, binnen de grenzen van je begrip. Je blijft niet dag en nacht aan je dierbare broer denken, maar je zult denken aan iemand uitwendig, die in betrekking met je staat, positief of negatief. De voorwerpen van de wereld zijn niet goed en niet slecht. Ze zijn slecht als je ze behandelt als vreemde, uiterlijke elementen, die je wil grijpen of verwerpen, naargelang van het geval. Maar als ze in harmonie worden gebracht met de zintuigen, zullen de zintuigen er nooit op azen.

Als twee watertanks die met elkaar verbonden zijn, gevuld zijn tot hetzelfde niveau, stroomt het water niet van de ene tank in de andere, maar als in de ene het water hoger staat dan in de andere, stroomt het water wel van de ene in de andere. Dus als de zintuigen en de zintuiglijke voorwerpen gelijk zijn, gaan de zintuigen nooit naar de zintuiglijke voorwerpen, maar als ze boven je of onder je staan, zullen ze zich naar de dingen haasten. Als ze op één lijn worden gehouden, zijn ze je vrienden en ze overwegen zou enkel een manier zijn om jezelf te overwegen.

Dat is het wat Shrie Krishna bedoelt. Als je je zintuigen offert aan de zintuiglijke voorwerpen, wil dat zeggen dat een vriend een vriend ontmoet. Maar er is een verschil in het ontmoeten van je zuster en het ontmoeten van je vrouw. Beiden zijn enkel vrouwen; wat is het verschil tussen de twee? Is er enig verschil of is er geen verschil?

Sharmaji: Er is een verschil.

Swamiji: Waarom zou er een verschil zijn? Ze zijn gelijk vrouwen en er is absoluut geen verschil tussen hen. Hier is de hele kern. Hier is heel je probleem, in deze kleine gelijkenis. Beiden zijn gelijkelijk vrouwen van dezelfde categorie. Maar waarom is de ene een vrouw en de andere een zuster? Waarom is er zo'n onderscheid?

Als je van een zintuiglijke voorwerp houdt, wordt het je vrouw; als het gelijk aan je is, zoals je zuster, is het een offer en is het meditatie zelf. Als je aan je zuster denkt, is er geen opwinding in je geest. Je denkt nagenoeg niets als je een boom of een berg ziet. Maar als je je vrouw ziet, is er een andere manier van kijken, alhoewel beide dingen statistisch identiek zijn.

Sharmaji: Ja, Swamiji.

Swamiji: Je schept onnodig een onderscheid tussen twee dingen en wordt opgewonden bij het ene en blijft kalm en rustig bij het andere. De zintuiglijke voorwerpen zijn niet van jou, ook niet de jouwe; zij zijn niet een vrouw, niet een zuster. Jij verandert ze in dit of dat vanwege je vooringenomenheid. Zo vermeldt de Heer in twee halve verzen beide dingen. De zintuigen kunnen in deze richting gaan of ze kunnen ook in een andere richting gaan. De wereld is geen slecht voorwerp. Hij is ook niet voor je plezier bedoeld. Hij is gewoon wat hij is.

In een familie zijn de familieleden allen gelijk. Je houdt niet bijzonder van hen en je haat hen niet in het bijzonder. Maar als het een soort bezit, een persoonlijk eigendom is, dan wordt het anders. Als je zegt "mijn broer" of "mijn zuster" of "mijn vrouw" dan gebruik je grammaticaal praktisch dezelfde zin, hoewel je verschillende dingen bedoelt. Zelfs het woord "mijn" heeft twee verschillende betekenissen. Wat zeg je ervan?

Sharmaji: Ja, Swamiji.

Swamiji: "Mijn zuster" en "mijn vrouw". Het "mijn" heeft grammaticaal dezelfde betekenis, maar de intentie is verschillend. Zelfs je geest werkt op een verschillende manier met dit "mij".

Dus als ik een voorwerp zie, kan ik niet zeggen dat het "dit" is of "dat." Net zoals alle vrouwen hetzelfde zijn, zijn alle voorwerpen hetzelfde, maar je kunt ze veranderen in je vrouw of je zuster, zoals je wilt, onder de impuls van de geest.

Dit is zo'n gecompliceerd vers dat niemand zich erom bekommert de bedoeling ervan werkelijk te begrijpen. In commentaren gaan ze er eenvoudig aan voorbij, verdoezelen het, alsof alles helder is. Het is niet zo eenvoudig te begrijpen.

Beschouw je het voorwerp als je zuster of je vrouw? Het hangt van je intentie af. Voorwerpen zijn niet je eigendom. Daarom kun je ze niet als je vrouw beschouwen. Een zuster is niet je bezit; zij is een onafhankelijk persoon zoals jijzelf en de voorwerpen van de wereld zijn even belangrijk als jijzelf. Het zijn geen bedienden; daarom kun je je niet op hen uitleven.

Alle privileges zijn een op een vergissing berustende idee van de geest. De wereld is geen bindend stuk touw door God geschapen om je in de hel te werpen, zoals mensen denken, -het is Satans schepping, slecht enz. De wereld is geen ding. Hij is net zoals jij. Als de wereld een bron van gebondenheid is, ben ook jij een bron van gebondenheid, want jij bent een deel van de wereld. Je kunt niet zeggen dat jij volmaakt in orde bent en dat de wereld slecht is. Je moet op een uiterst harmonieuze manier naar dingen kijken en dan wordt elke waarneming enkel als samaadhi. Elke waarneming is onder deze voorwaarde samaadhi. Wat je ook met je ogen ziet, beschouw het enkel als jezelf. Dan zul je achteraf nooit enige opwinding kennen.

Sharmaji: Er is ook geen binding met dat ding.

Swamiji: Zoveel betekenis is verborgen in twee halve verzen van de Gietaa: je zelf is je vriend en je zelf is je vijand, zoals het, overeenkomstig de twee gezichtspunten, het geval is. Gebondenheid zit in de manier van kijken en je vrijheid zit ook in je manier van kijken. We scheppen onnodig een warboel door onze onwetendheid en domheid. Dat is alles.

Sharmaji: Door de dingen als ons bezit op te vatten.

Swamiji: Zodoende heb ik je een commentaar op dit vers gegeven.

Sharmaji: Wij hebben geluk.

Swamiji: Maar toch moet je dit onthouden. Ik heb een heel subtiel punt aangehaald. Het zal uit je geest wegglippen. Het is niet gemakkelijk het te grijpen. Mensen zeggen gewoonlijk dat de wereld gebondenheid is; maar dat is niet zo. Hij is gebondenheid, omdat je naar hem kijkt als een vijand, een buitenstaander. Wie vroeg je om zo naar hem te kijken? God schiep nooit vijanden, ook geen vrienden.

Sharmaji: Ja, dat is waar.

Swamiji: Heeft God geen ander werk dan het scheppen van vijanden? Je hebt dingen veranderd in vreemde krachten en dan kijk je naar hen als vrienden en vijanden. De wereld is geen vreemd ding. Hij is gelijk aan jou, dus is hij niet je vriend en niet je vijand. Als je er aldus naar kijkt, is de wereld een prachtige schoonheid. Viraatsvaroepa (macrokosmos; de Heer in zijn gemanifesteerde vorm) is het! Ik vroeg je wat je aan het lezen was en deze idee kwam tot mij.